Wabi Sabi is een veel gebruikte gezegde in Japan, maar wat betekent het eigenlijk? In Tokio leerde ik aan de sushi band het antwoord op deze vraag.
Bij een sushi band zit je aan een lange bar met voor je een lopende band (zie Roadmovie Japan). Hierop komen diverse bordjes voorbij waarop één sushi ligt. De band draait in een rap tempo en wordt continu aangevuld door koks die aan de andere kant van de bar staan. Als je een sushi ziet die je wilt hebben, dan pak je snel het bordje van de band en zet je het bordje voor je neer. De kleur van het bordje vertelt je meteen de prijs van de sushi. De lege bordjes zet je naast je zodat men later kan uitrekenen hoeveel je moet betalen. Dit resulteert in een hoge stapels bordjes naast ieder persoon. Om de twee personen zit een klein kraantje waar warm water uitkomt zodat je altijd wat kan drinken bij je sushi. Omdat je deze warm watertab deelt is contact met je buren snel gemaakt.
De vrouw waar ik naast was geplaatst is Japanse, ik gok rond de 65 jaar, zie er uiterst verzorgd uit en kijkt vriendelijk uit haar ogen. Om ons heen gebeurd er veel. De koks zijn druk met het bereiden van de sushi en mensen praten luid met elkaar. Terwijl ik ga zitten kijkt de vrouw mij met een kleine glimlach aan, die ik heb vertaald als ‘smakelijk eten’. Ik geef haar eenzelfde glimlach terug waarna ik mijn aandacht verleg richting het eten. Als we op hetzelfde moment een beweging richting de watertab maken knik ik met mijn hoofd dat ik haar graag voorrang geef. Een vriendelijke zachte glimlach kwam me tegemoet. Zorgvuldig kozen we diverse sushi’s van de band en in stilte aten we diverse bordjes leeg waardoor er langzaam een toren van bordjes tussen ons blikveld kwam te staan.
Na enige tijd was de vrouw niet meer zichtbaar tot ik ineens in vloeiend Engels en met een ferme toon boven de bordjes hoorde: “And, do you enjoy our country?” Ik glimlachte en wachtte met antwoord geven. Mijn snelle antwoord was namelijk geweest; Yes I really love your country. In plaats daarvan besloot ik een ander antwoord te geven. Ik boog iets naar voren zodat ik langs de bordjes haar ogen kon zien, keek haar vanonder mijn wimpers verlegen aan en zei: “I really don’t understand your country”.
De kok stopte met het slijpen van zijn messen, de denkrimpel in haar gezicht werd groter en er volgde een lange stilte. Het werd een stilte waarin ik met de seconde steeds zenuwachtiger werd. Misschien was ik met mijn Nederlandse directheid iets té direct geweest in het gereserveerde Japan. Misschien had ik hen beledigd met mijn observatie en mijn vraag. Ik deed mijn best de ongemakkelijke stilte niet op te vullen en de vrouw ruimte te geven terwijl ze nadacht.
Na een lange minuut zie ik de vrouw inademen om haar eerste zin te beginnen. De strenge denkrimpel verzachte en met een vriendelijke blik zegt ze: “Wabi Sabi is een complex begrip en ik zal je uitleggen waarom”. Ik verzacht met haar mee en kijk haar nieuwsgierig en uitnodigend aan.
In het verlengde van haar antwoord vroeg ik haar naar voorbeelden uit haar leven waarop zij Wabi Sabi voelde. Verschillende voorbeelden passeerde de revue. Van de dood van haar kind tot aan kleine voorbeelden in een supermarkt. Op haar beurt vroeg ze naar mijn Wabi Sabi momenten in het leven. Vanuit oprechte interesse luisteren we naar elkaar en stelde we verdiepende vragen. Het hectische restaurant was tot stilstand gekomen, terwijl wij onze stilte hadden doorbroken. Via een bijzonder pad leerde ik Jonita kennen, en zij mij.
Ons gesprek duurde voort en voort, de kok keek af en toe glimlachend op en de warme watertab draaide overuren. Na een gesprek van ruim 3 uur keek ik verschikt op en moest ik mezelf verontschuldigen. Helaas stond er een trein op mij te wachten om Tokio te verlaten. We keken beide betreurd, want dit gesprek had wat ons betreft nog uren kunnen voortduren. Toch stapte we van onze kruk, bedankte elkaar voor het fijne gesprek en zeiden elkaar gedag door middel van een buiging. De koks’ zwaaide enthousiast toen ik ze bedankte voor de lekkere sushi’s, terwijl ik ondertussen met mijn stapel bordjes naar de kassa liep.
Eenmaal afgerekend en weer terug buiten voelde ik ineens een hand op mijn schouder. Het was Jonita die haar armen spreidde en me uitnodigde voor een knuffel terwijl ze ondertussen zei: “See. This moment. This goodbye. This feeling. This is Wabi Sabi; Perfectly Imperfect!” Ik gaf haar een warme knuffel terug terwijl ik ondertussen mijn zegeningen telde. Wat is het toch een eer om wijze lessen te mogen leren van de lieve mensen die ik tijdens al mijn reizen ontmoet.
SHARE & SPREAD WISDOM
© 2022 All rights reserved Wisdom Lab
Su-Anne van Waes